Bouwbedrijven hebben in ons land al langer een tekort aan geschoold personeel. Nu waarschuwt ook Bouwend Nederland voor een tekort aan leerling-bouwvakkers. Leerlingen haken vaker af en steeds minder onderwijsinstellingen bieden geschikte opleidingen aan. Onder andere Randstad gaf al aan samen te willen zitten met de overheid, grote bedrijven en opleidingsinstellingen. Echter wordt al snel duidelijker dat ook bouwondernemingen hun duit in het zakje zullen moeten doen en sterker zullen moeten inzetten op interne opleidingen. Maar welke opleidingen zijn in de bouw nu juist belangrijk en waar moet het personeel zoal aan voldoen? We maken een driedeling.
Functionele (bij)scholing
Cao Bouw en Infra maakt gewag van de functionele scholing van medewerkers. Zo moet de werkgever toezien op de voorafgaande scholing van de werknemers en op de noodzakelijke bijscholingen. Hierbij is de werkgever ook verplicht om een opleidings- en scholingsbeleid te voeren en scholingsplan vast te stellen per kalenderjaar. De functionele scholing moet het bestaande personeel niet alleen langer in de onderneming houden, maar zal ook steeds vaker een oplossing bieden voor het aanwerven van ongeschoolde medewerkers. Hieronder vallen onder andere volgende cursussen: een cursus lasser, een cursus monteur, een cursus afbouw of een cursus AutoCAD.
Specifieke te behalen competenties zijn er niet, maar er moet vooral rekening gehouden worden met de vereisten die de werkomstandigheden vergen en met de bijhorende veiligheidsoverwegingen. Gaat het om een certificerende instelling? Dan zullen de te behalen competenties er natuurlijk vaak een stuk hoger zijn en zit men altijd wel ‘safe’.
Opleidingen die de veiligheid moeten garanderen
Naast de functionele scholing en bijscholing ziet de wetgever ook sterk toe op de veiligheid op de bouwvloer. Hiervoor zet het in op een aantal directe of indirecte verplichte opleidingen. Denk in de eerste plaats aan de verplichting tot de aanwezigheid van bedrijfshulpverleners die een relevante BHV opleiding moeten doorlopen hebben. In het kader hiervan zijn ook de jaarlijkse of tweejaarlijkse bijscholingen relevant.
Hiernaast zijn er een aantal opleidingen die indirect ‘verplicht’ zijn, vaak gelet op de zorgplicht die op de werkgever rust of ten gevolge van andere verplichtingen. We hebben het onder andere over een cursus levensreddende handelingen, een reanimatiecursus, een cursus brandveiligheid en uiteraard over een VCA cursus ter voorbereiding van het examen. In het kader van de verplichte preventiemedewerker is ook hier een relevante cursus aangewezen. Dergelijke cursussen kunnen vaak ook incompany worden georganiseerd.
Betere ondersteuning van leerlingen blijft belangrijk
Naast het inzetten op opleidingen blijkt ook de toestroom beter te kunnen: te veel jongeren haken te snel af. Ook in de cao Bouw en Infra heeft men om die reden veel aandacht voor de opleiding en ontwikkeling tijdens de beroepsopleiding. De praktijkgerichte leermeestercursus neemt dan ook een steeds prominentere rol in. In de cao Bouw & Infra voorziet men eveneens in een toeslag voor leermeesters wanneer ze daadwerkelijk leerlingen begeleiden. Naast de eenmalige cursus is ook een tweejaarlijkse nascholingscursus gebruikelijk. Hierbij heeft men het onder andere over de meest recente wijzigingen in het onderwijs en spijkert men de noodzakelijke vaardigheden nog eens bij.
Naast dergelijke wettelijke verplichtingen verwacht men vandaag de dag overigens nog heel wat extra: de bouwondernemingen zullen steeds vaker moeten inzetten op de ontplooiing van jonge talenten om zo mee de toestroom te waarborgen.